Het is half zes, zonnig en de temperatuur is nog steeds aangenaam als we in Zamora richting de 12e eeuwse kathedraal aan de Duero lopen. Wat een toevalstreffer..nooit van Zamora gehoord, maar wat een schitterende stad. We dwalen door de ommuurde stad en komen ogen tekort om de eeuwenoude gebouwen te bewonderen. Een cadeautje.
Later leren we dat deze stad het Museum van de Romaanse bouwkunst genoemd wordt. De oude stad loopt via steegjes over in het ‘echte’ centrum. Smalle straatjes met hoge oude gevels en gezellige pleintjes. Overigens was het een hele tippel en met de wandeling van gisteren nog in de benen wordt het ‘hum’ er met een inmiddels lege maag niet beter op. We stappen een aardig tentje in, lekker rustig, alleraardigste eigenaar, maar wij hebben niet door dat de man eigenlijk wil sluiten. Uiteraard krijgen wij een bordje eten. Beleefd, voorkomend, vriendelijk, ….maar ach…deze kabeljauw kwam uit de magnetron, de man vraagt belangstelend of het wel warm is…tja. Niks zeggen doorhappen, aardig zijn, hup naar de sprinter en d’r in.
Fris en fruitig gaan we de volgende morgen op weg naar Vitoria Gasteiz, jeweet wel de stad in Spaans Baskenland waar we tijdens de heenreis in plaats van op de camperplaats op het marktplein stonden. Op marktdag! Politie aan de deur. Het is vandaag woensdag (5 juni) en de markt is nog gaande als we 10 voor een de camperplaats oprijden. Gelukkig een korte rit, maar ook een heftige, want het weer zijn we niet ‘voorgebleven’…Noodweer bij tijd en wijle.
Na een snel rondje over de markt lopen we verder op zoek naar een tentje om de lekkere trek te kunnen stillen.
Heerlijk gegeten. Even een uitbuikrondje via geldautomaat en dan siësta. Gaat moeiteloos over in avond en nacht. Morgen richting Frankrijk
We suizen de volgende morgen door de Pyreneeën, betaald dit keer. De ‘onbetaalde’ heenweg was een lastige, vooral door het toen nog veel slechtere weer. Dreigt ook nu weer. Het blijft gelukkig bij dreigen. Boven Spaans Baskenland hingen wel donkere luchten, maar langzamerhand klaart het op, rond drieën rijden we de camperplaats in Blaye op. Met het zicht op de Gironde en onder de fortmuur van wereld erfgoed Citadel de Blaye. Onder een stralend zonnetje.
We sjouwen lange tijd over dit enorme complex. Ooit een compleet dorp. Imposant en bezienswaardig. Druk bezocht en voorzien van de nodige toeristische voorzieningen.
Eigenlijk zijn we te moe om verder te lopen, maar in net centrum tegenover de citadel hopen we een leuk restaurantje te vinden, maar druk, druk, druk en..eerlijk is eerlijk, we zijn nog niet gewend aan de prijzen…zo ongeveer het driedubbele van ons eenvoudige feestmaal gisteren. We hebben nog wel wat leftovers. Het is nog stralend weer. Stoelen buiten en met het zicht op de Gironde zakken we eerst maar eens uit met een lekker fris biertje.
Het thuisfront stuurt een waarschuwings app. ‘Er komt zware storm aan’. Nou, die storm, die reist met ons mee. Vannacht rammelde de sprinter bijkans de Gironde in. Overdreven natuurlijk, maar heftige storm. Het waait nog hard. De hele route richting Loire ligt bezaaid met afgewaaide takken. Het is boos weer. Zo boos dat de Loire haar charme lijkt te hebben verloren. Onze leuk uitgestippelde toeristische route voert door Beaucengy en langs andere mooie plekken. Niks van gezien. Eenmaal aangekomen op de camperplaats klaart het weer wat op. Het was een vermoeiende rit en we ondernemen niks meer. Nou ja nog wel even die ene foto…morgen verder.
De volgende morgen rijden we over de peage naar Parijs waar we fluitend doorheen gaan…net voorbij Orly suizen we de peripherique af richting Senlis. ‘Zij’ wil dat niet en blijft roepen dat we zonder tol nu niet in Peronne zullen aankomen. ‘Muts’, so what, wij weten beter en rijden met een tussenstop bij een immense ‘Leclerc’ (zonder pineau gaan we niet naar huis) door het zonovergoten glooiende Noord-Franse landschap Peronne binnen. We kiezen als overnachtingsplek onze oude vertrouwde doorgangscamping Porte de Plaisance. Mooie camping aan een aftakking van de Somme. We zoeken een plekje met de minste kans op alsnog uit de bomen vallende takken. Ook hier heeft het flink gestormd en de grond ligt ermee bezaaid. We maken het ons gemakkelijk en laten de avond over ons komen. Later op de avond hebben we nog een gezellig buurpraatje met een Engels echtpaar. Uiteraard kwam de Brexit weer aan de orde. Hilarisch, maar ook serieus. Zij zien er niets in.
Als we de volgende morgen willen wegrijden komt het Engelse stel snel aanlopen om afscheid te nemen en ons uit te zwaaien. Dat is ook mooi aan zo’n trip. Dierbare herinneringen bewaren aan leuke ontmoetingen.
Dan opeens zijn we Antwerpen voorbij en begint het speculeren over ‘welke boot’ we zullen hebben. Het wordt die van half 4, want we rijden om 5 over half drie het TESO opstelterrein op.
Om even over vieren stappen we ons huis binnen, door het thuisront schoongemaakt, gelucht en voorzien van verse bloemen. Het is zondag 9 juni en we zijn na een geweldige reis van 3 maanden….☆☆☆THUIS ☆☆☆