Twee jaar terug reden we half maart in sneltreinvaart vanuit Portugal terug naar ons “Gouwe Boltje’
Geen enkele voorstelling hadden we over hoe ‘Corona’ ons aller leven in al zijn facetten zou gaan beheersen, we pasten ons aan en bleven gevrijwaard.
Omringd door zee met het mooie licht van ons ‘isola’, voelen we ons bevoorrecht en was ‘de noodzaak’ om verre verten op te zoeken niet zo heftig.
‘Buiten de gebaande paden is vaak de mooiste weg te vinden’ , is ons motto.
We bleven er twee jaar binnen, dat jeukt.
‘Hippies on the road again’
We hadden niet gerekend op ‘krabben’, dus het werd zonder wachten de boot op. Klep dicht en varen. Rond half acht rijden we langs het Noord-Hollands kanaal waar de zon langzaam rood bovenuit komt.
Langs wit berijpte velden rijden we door rustig Nederland, België en Noord Frankrijk, zonnebril op de neus.
Het is zaterdag 12 februari
We tanken ergens in Noord Frankrijk. Helaas, er komt geen brandstof uit de slang. ‘Eerst betalen’ zegt het papier op de pomp. Luid langsrazend verkeer zorgt voor spraakverwarring. Op zoek dus naar een kassa in het immense gebouw.. er is van alles te krijgen. In een soort tijdschriftenafdeling ontwaar ik de caissière, bestel 40 liter diesel, pin een klein vermogen, het is tenslotte aan de snelweg, loop dan terug naar de auto waar mijn chauffeur voor 50 euro getankt heeft. Het is tenslotte aan de snelweg!
Kleine korte woordenwisseling. Uiteraard zit er geen druk meer op de slang. Voor een bedrag van pak ‘m beet 25 euro dreigen we de mist in te gaan..’Mooi niet’!
Samen lopen we naar de schat van een grijnzende caissière die het teveel betaalde al uitgeteld heeft en ons tot op de cent nauwkeurig overhandigt. Service!
Waar we rond Parijs een aantal jaar terug nog wel gewaarschuwd werden voor acties van ‘gele hesjes’ en deze zich nu bij de toeterende truckers gevoegd schijnen te hebben houden we de matrixborden scherp in de gaten. Geen enkele waarschuwing te zien dus denken we de lichtstad moeiteloos te ‘ronden’. Dat werd ‘m dus niet. Nee, geen truckers, wel personenauto’s…Een grote bouchon (flessenhals), langzaam voortmodderend blik. ‘Nou, in ieder geval gaan we vooruit’, zeg ik vrij optimistisch als we in colonne door zo’n aftandse tunnel ‘hoppen’. ‘Nou, zo hadden we beter op de fiets kunnen gaan’ aldus cynicus naast me.
Tuterende motorrijders zijn er wel en rijden aanmerkelijk sneller dan de fiets kris kras door de file. Opeens doemen er twee van die in zwart leer gehulde en gehelmde jongens op. Hun motoren staan aan de kant. Ze leiden het fileverkeer naar de rechterbaan. Daar zien we een personenwagen op z’n kop op de linkerbaan liggen. Voorkant finaal in elkaar. Geen gewonden, politie, of wat dan ook (meer) te zien. Slechts het wrak. Surrealistische situatie, met dank aan twee motorrijders die in deze oude smalle tunnel erger wisten te voorkomen.
Maar alles gaat voorbij, zo ook Parijs.
Aanmerkelijk later dan gedacht bereiken we onze eerste pleisterplaats, Meung sur Loire. Prachtig plekje vlak aan de fotogenieke rivier.
De herhalende geschiedenis: Want, zo bizar, net als twee jaar geleden gaat ook nu midden in de nacht het door de techneut geinstalleerde alarm af. (voor je weet maar nooit) Met de kippen op stok zijn we inmiddels ‘out’. Het is nog een hele klus, zo’n snerpend ding van de wand af snokken en in de blind (onder de dekens snerpt ie minder) de batterijen eruit halen..
Langs de Loire en dan verder..
Zoals gewoonlijk nemen we de toeristische route langs de Loire om dan via een snellere route naar de inmiddels bekende plek aan de muur van het oude kerkhof in Cavingac te rijden,
Gelegen boven de rook van Bordeaux een aangename overnachtingplek. De zon is verdwenen achter donkere wolken als we even het dorp inlopen om de benen te strekken.
Onze Duitse buren spreken ons aan tijdens de wandeling. Wij staan (onvermijdelijk) net even te kijken in de etalage van een immobilier.’ Ook hier ‘beste’ prijzen… de Duitsers blijken voor de regen uit te zijn vertrokken uit Burgos -Spaans Baskenland. Joh..laten wij nou net die kant op gaan.
‘s Nachts waait het als de rook, maar een blauwe morgenlucht, niet voor lang. Het hoost onderweg, en wel zo hard dat we van de weg af gaan..koppiestied.
We bereiken Vitoria Gasteiz onder een blauwe hemel, die snel weer overgaat in grijs met motregen. Na een koppie thee met een chocolaatje wandelen we door de stad om veel eettentjes gesloten te vinden. Onze ‘favoriet’ gaat om 6 uur open. We negeren het aangeplakte A4tje. Het motregent, we slenteren met de capuchons op tot we even over zessen voor het uitverkoren tentje staan. Nu pas lezen en begrijpen we de aankondiging. Permanent gesloten. Coronagerelateerd. Sneu! We zijn inmiddels verkleumd. Snertweer. We doen het kacheltje aan en trekken een blik erwtensoep open, met extra rookworst, niks mis mee.
Zamora, stad van de romaanse bouwkunst.
We rijden onder een stralend blauwe hemel Vitoria Gasteiz uit. ‘Maak even een foto’, hoor ik naast me. Ik gehoorzaam en prompt rijden we de goeie afslag voorbij.
Op de rotonde die ons weerom laat keren staat de policia met weidse armgebaren automobilisten naar de kant te dirigeren. Wij mogen doorrijden en zullen het waarom nooit weten.
Het is druk op deze weg, veel elkaar inhalend vrachtverkeer. Ze willen nog al eens onverwacht naar de linkerbaan gaan. Uitwijk is er niet, er zijn twee rijbanen. Schrik! ‘Hij gaat naar links..’ roep ik, maar de chauffeur voor ons heeft waarschijnlijk eerder gezien wat er aan de hand is dan wij. In de linkerberm staat tegen de vangrail een personenauto met een ingedeukte linker zijkant. Een jonge vrouw staat druk te bellen, meisje van een jaar of 10 naast haar. Op de rechterbaan staat een vrachtwagen, chauffeur er vertwijfeld naast. Dit is ‘goed’ afgelopen. We zijn een tijdje stil, we denken hetzelfde..de oorzaak lijkt sterk op zo’n onverwachte inhaalmanoeuvre van een vrachtwagen.
Onderweg doen we een tussenstop op een desolate parkeerplaats, het lijkt wel een vuilnisbelt. Een gloednieuw maar nog desolater lijkend hotel staat bezijden het terrein, er hangen gordijnen, maar geen teken van leven te bekennen. Wat sneu nou toch, we geven de schuld uiteraard aan corona. Maar kijk, daar komt toch een vrachtwagen. De chauffeur parkeert z’n auto heel netjes langzij het hotel.
‘Dat is geen ‘echte’ chauffeur’ gooi ik in de tweekoppige groep, als de man uitstapt, “duur overhemd, leren schoudertas, knappe spijkerbroek”…’nou en,dat kan toch’, werpt mijn lief tegen”, ik twijfel, want ‘heb jij wel eens een vrachtwagenchauffeur op zulke schoenen gezien’?..De zwart leer gepuntschoende man loopt met hippe schoudertas de voordeur van het verder hermetisch gesloten hotel binnen. Aan koffiedrinken twijfelen we zeer.
Het is dinsdagmiddag 15 februari.
We nemen de tijd en wandelen over het terrein van de cathedral de Zamora, met schitterend uitzicht op de Duero, jammergenoeg is behoorlijk bewolkt geworden. We bezichtigen de ruines van het kasteel van Zamora, Indrukwekkend. Prachtig gedaan met routes van loopbruggen afgezet met glazen schermen. http://spaansesteden.nl/zamora.html De moeite waard om even te bekijken.
Via, via belanden we dan op de Plaza Mayor, een gezellig plein waar kennelijk van alles te doen geweest is, want uitgebreide Spaanse families komen ons vanaf het plein tegemoet in de nauwe straatjes, allen gemondkapt. Wij ook. We vragen ons af wat we gemist hebben. In ieder geval de Spaanse etenstijd, want de alle ‘tentjes’ zijn aan het opruimen. Alle winkels zijn daarentegen open. We lopen een mini-mercado binnen voor een passend avondmaal.
Kleine wijziging in de plannen
Over de Duero varlaten we de volgende morgen de stad, op weg naar waar mooie natuur op ons zou liggen wachten. Het is koud en nu gaat het nog regenen ook, als we voor wel 18 km. naar een klein off-road
weggetje worden geleid wordt het de zonaanbidder achter het stuur teveel. Hij keert de sprinter om. ‘Ik wil naar het zuiden’! En zo wordt een bekend adres in Extramadura ingevoerd, maar eerst nog even tanken. Aan een parallelweg blijkt een klein tankstation, er staan een paar giga vrachtwagens te tanken, dus daar moeten we zijn..
Gedienstig tankt een oudere man, klein van stuk, de sprinter en haalt een spons en wisser over de voorruit. Gezien zijn wat sjofele uiterlijk vermoeden we dat hij niet tot het vaste personeel behoort. Soort gedoogsituatie, sneu ook wel. De zonopzoeker gaat zelf naar binnen om te betalen, dat doet ie anders nooit. Het wordt snel duidelijk. Hoe ie het voor elkaar krijgt is mij altijd weer een raadsel, maar opeens komt hij met persoon van de toonbank naar buiten en duiken ze samen de vuilnisbak in. Een lege plastic literfles wordt opgediept. Nee, niet omspoelen…De rest ammonia wordt eruit geschud.
Uiterst minitieus vult de kleine man de plastic fles met benzine en dat was nou precies de bedoeling. Ons kacheltje brandt op dieselolie , benzine verwijdert eventuele knoeierij bij het vullen, een precisiewerkje. Neutraliseert meteen de dieseldampen. Ook het afvullen van de canister voor kachelbrandstof gaat met dezelfde zorgvuldige gedienstigheid gepaard. Aandoenlijk. Mijn lief drukt de man wat papiergeld in de hand. Zo dankbaar! Met een dubbel gevoel rijden we bij het tankstation vandaan. Wat een armoe.
Alange – Extremadura
Onder het wakend oog van de trouwe ooievaars strijken we neer op de aangename camperstek van Alange, een immens stuwmeer voor de deur. Het lieflijke dorp lijkt tegen de bergen te zijn aangeplakt. Het is gezellig druk op de camperplaats. We maken vrijwel meteen kennis met de Engelsen naast ons met ook een ingenieuze eigenbouw bus. Het schept een band. De gedeelde ’techneuten’ belangstelling wordt door ’the lady of the van’ afgedaan met een grijnzend ‘it’s a male thing’…
Nice people.
Terwijl wij het mooie weer kunnen zien aankomen, maakt het thuisland zich op voor stormy Eunice. Zorgelijk toch wel. We besluiten hier te blijven staan totdat onze achterban het sein veilig gegeven heeft. Heel hoog boven het dorp torent een kasteel, althans overblijfselen…sportieve medelanders weten te melden dat het een prachtige wandeling is. Wel erg hoog…Wij wandelen langs het meer en door de mooie, fleurige, soms toch ook wel erg steile straatjes. Beeldschoon. Het is een stralende dag. Kraanvogels vliegen, hun latijnse naam ‘Grus-Grus’ roepend in formatie over het meer. Het is een schitterend gezicht. Overvliegende vredesymbolen en levenslange liefde ‘all over’ boven onze hoofden.
Boodschappen doen
Hier is geen local te zien op een fiets, wel veel Hollanders op een (stoere) e-bike. Wij zouden alleen maar onze vouwfietsen zeulend mee naar boven slepen en niet durven afdalen, want veul te gevaarlijk. In de nauwe straatjes is tweerichting autoverkeer héél gewoon.
Rugtassen om en te voet al stijgende op zoek naar fourage. De mensen hier zijn zo vanzelfsprekend behulpzaam. Een vraag naar een pinautomaat aan een voorbijganger (google weet echt niet alles hoor) laat de man bij een winkeltje naar binnen lopen, hij weet het namelijk ook niet, maar hij komt samen met een vrouw naar buiten en getweeën wijzen ze ons accuraat de weg de hypermoderne flappentap. De minimercado is ernaast. Altijd leuk, spullen zoeken ‘in den vreemde’. Ook hier innemende behulpzaamheid bij een met verkeerde kaart-en pin Hollandse muts.
We dalen af naar ons tiny house on wheels en wachten berichten van het thuisfront af.
Eunice is uitgewaaid, gelukkig zonder ernstige schade na te laten. We zijn een week onderweg.
Het is zaterdag 19 februari
We staan op het punt om verder te trekken.
Tot de volgende blog. Ina & Harmen
fotolinks: