Leven in Vrijheid

Categorieën On the road 2024

Het is vroeg dag als we de deur achter ons dichttrekken, toch beetje geëmotioneerd, ’t zal door de ouderdom komen. Maar, we gaan er weer voor..

‘Hippies on the road again’

 

Het is zaterdag 10 februari 2024

als we rond half acht van de boot afrijden. Langzamerhand zal het gaan dagen, maar de zon zal geen kans zien door het grijze wolkendek heen te breken. Evengoed rijdt het gesmeerd en tegen tienen rijden we over één van de rivieren in de buurt van Gorcum.

(Boven Merwede)

‘Kijk’, app ik het thuisfront, hier zijn we al’. .

‘Heb jij eigenlijk de thermostaat nog naar beneden gedraaid’ hoor ik naast me. Oeps..’ehh’…’nee, die staat nog op 18 gr.’ Een snelle app achter de vorige aan en in de loop van de middag ontvangen we een foto, vergezeld met een ‘lachsnikkende smiley’, van de thermostaat op 10 gr.  

Ondertussen hebben we de A1 gehad en rijden we in regenachtig Parijs de file in..valt mee, die file dan, de regen wordt heftiger, het plenst! Weer een opstopping, grote rookpluim in de verte.

Er woedt brand in het daklozenkamp net buiten Parijs. Aan de aanrukkende hulpdiensten wordt uiteraard voorrang verleend. Zijn alle zwaailichten eenmaal voorbij, dan komt de stilstaande meute weer langzaam op gang.

Langzaamaan blijft het. Het ziet nu wit van het water. De regen valt met bakken uit de lucht, maar als we Meung sur Loire binnenrijden is het gelukkig droog. We vinden een plek op de druk bezette camperplaats die zoals altijd, gelegen naast sport-en speelvelden, geweldig onderhouden is. Nu voorzien van nieuwe hypermoderne openbare toiletten. Petje af.

We lopen voorzichtig naar de Loire voor ‘de archieffoto’ (al een aantal jaren vanaf hetzelfde punt), maar keren snel terug, nat, natter, natst. Dit jaar geen wandeling langs de majestueuze rivier.

We lopen het dorp in, het is er gezellig.

Een paar winkeltjes zijn al in Valentijnssfeer..

Mijn lief, die niets heeft met Valentijnsdag en het een uitvinding van ‘ de winkeliers’ vindt, koopt een aardigheidje voor me..

De volgende dag rijden we onder een waterig zonnetje langs de zuidkant van de Loire, met mooi uitzicht op oa Blois en de rivier.

Evenals vorig jaar draaien we al snel het platteland op, in de hoop op een rustige rit tot Poitiers waar we de N10 op zullen gaan. Een ijdele hoop, want de plattelandswegen zijn rommelig druk, het genieten van het Franse land valt wat in het water, letterlijk! Jawel, het regent. Maar in Cavignac, op onze vaste plek onder de muur van het oude kerkhof, is het droog.

De plek is bekender aan het worden, er staat al een reuzecamper en er komen er nog wel vier stuks bij! Bij Chan d’Asie, (alleen afhaal) stellen we een rijsttafel(tje) samen. Het leven is goed!

Het is maandag 12 februari

Als we van Cavignac naar Vitoria Gasteiz rijden, de hoofdstad van Spaans Baskenland.

Het giet van de lucht, maar de ‘rocade’ rond Bordeaux gaat okidoki, we zijn dan ook ruim na de spits.

De rest van de péage is uitermate saai, pas over de grens wordt landschap, met aan de ene kant zee en aan de andere kant de Pyreneeën weer uitdagender. Met zo af en toe ook een kijkje op mensen onderweg die niet zo geijkt hun camperleven vorm geven. Geweldig! Jammergenoeg zien wij deze combi de volgende dag met vette pech langs de (auto) weg staan.

Het is een wonder. Na de alweer regenachige rit schijnt In Gasteiz de zon en is de temperatuur aardig te noemen. Op de camperplaats is het zoals gewoonlijk druk. Het is hier een zeer gewilde opsteekplaats. Alles wat de camperaar nodig heeft is er, maar da’s de zorg voor morgenochtend.

We lopen naar ‘Eroski’, de geweldige supermarkt aan de overkant van het immense plein/parkeerplaats/markt. Prachtige zaak. De eerste Spaanse sinaasappels komen in de kar. Voor vanavond (we eten thuis) kopen we zalm en een verse salade. ‘t kan minder.

Wat ons nog nooit gebeurd is, gebeurt de volgende morgen. We worden pas tegen negenen wakker. En dat in deze altijd rumoerige stad.. Na alle leeg-en schoonmaakwerkzaamheden rijden we pas tegen de middag het Spaanse land verder in. We zien wel hoe ver we komen, maar nog wel over de snelweg. Beetje opschieten richting het zuiden wil mijn chauffeur toch wel, bovendien regent het nog steeds en als het niet regent rijden we bijna boven de wolken.

Onderweg zoek ik een plek voor de nacht. We rijden naar een stad onder Salamanca, niet ver van de snelweg en als het ware geplakt tegen een berg.

Het is dinsdag 13 februari 2024

als we de afdaling geklaard hebben en de camperplaats in het dal aan de rand van Béjar oprijden. Het is een aardige camperplaats, gelegen aan een wandel- fietspad (camino) van zo’n 16 km. in de rondte. Dat halen we niet, maar we gaan wel op pad.

Eenmaal onder de, pak’m beet, 500 meter lange (oud spoor) tunnel door, horen we water ruisen. We zien dan een prachtig pand. Het textielmuseum. Er blijkt hier een levendige textielindustrie te zijn geweest.

Eén en ander kom ik te weten van een hier ter plekke bekend zijnde facebookgenote, haar echtgenoot blijkt bij het opzetten van dit museum betrokken te zijn geweest. Zo heeft facebook ook z’n mooie kanten.

Voor mee foto’s, ook van de wandelingen door dorpen en steden die nog gaan volgen Dorpen en Steden 2024

Na een prima nacht vult mijn lief de inmiddels lege 8 literfles met water uit de bergen..het camperterrein is gelegen naast een oud station, allang niet meer in gebruik, maar veel dingen staan er nog, zo ook een zuil met een koperen kraan waar uit een constante fikse straal glashelder en zuiver fris water stroomt. Het textielmuseum, waar ik wel zin in had, blijkt gesloten en dus rijden we, na een klein stukje snelweg, van ‘de grote weg af’ over het platteland verder in zuidelijke richting.

Met een slakkengang rijden we het Parque National de Montfragüe (Extremadura) binnen en kijken onze ogen uit. Meerdere keren parkeren we de sprinter om uit te kijken over de niet te beschrijven weidse vergezichten. We rijden over een brug over de Taag, geen idee dat dit hier al zo’n enorme rivier is. Even verderop is een groot uitkijkpunt, de parkeerplaatsen zijn druk bezet, maar mijn handige chauffeur manoevreert de sprinter moeiteloos in.

Kijken, kijken kijken…schitterend.

De vale gieren, er broeden hier volgens het bord wel 80 paren, zwermen boven ons, maar soms ook onder ons. In glijvlucht boven de rivier krijgen we zo zicht op de bovenkant van de enorme vogels. Zie dat nou maar eens vast te leggen..

Hieronder een impressie van dit overweldigende natuurschoon.

We rijden verder over het langzaamaan opener wordende platteland, ons doel is de camperplaats in Alange, de mooie plek aan het enorme stuwmeer. We zijn er bekend, vorig jaar beleefden hier de kleurrijke carnavalsoptocht. We naderen Alange nu van de andere kant en krijgen een heel andere aanblik van het mooie dorp. Helaas..ook de camperplaats geeft een andere aanblik. Niets van over. Wel heeft het aangrenzende voetbalveld nieuwe tribunes gekregen, geplaatst op een lange witte muur. Ook nieuwe schijnwerpers, met van die ijzeren pennen er boven op waardoor de ooievaars geen nesten meer kunnen bouwen. Is dat erg? Eigenlijk niet, maar het camperterrein is een ramp. Eén grote, natte prutbende, totaal kapot gereden. Er is, op dit anders zo behoorlijk bezette terrein, geen camper te bekennen en eerlijk is eerlijk, op de diverse apps waren er al verontrustende berichten..tja, het is zo’n aardig en charmant dorp, we hebben hier in vorige jaren wel een dag of 4, 5 gestaan, toen ook leuke contacten opgedaan. Mijn chauffeur laveert behendig om de kuilen en natte prut heen en bereikt onder de ‘tribunemuur’ een prutvrij en redelijk droog plekje.

Het is droog, de temperatuur is zeer aangenaam, we redden het hier wel. (Even later zien we nog een camper naar een heel andere kant van het terrein rijden, helemaal alleen zijn we hier dus niet)

We zetten de stoelen buiten en doen eerst maar eens een kop koffie met zicht op het stuwmeer. Een meer eens van een schitterend blauw, nu roodbruin vanwege het door de regen losgekomen zand. (Ook de Taag had die wat morsige kleur). Dan even de benen strekken. We lopen een ruim rondje door een dorp waarin de resten confetti ruim voorradig zijn..kleurrijke goten zijn de herinnering aan het carnaval van afgelopen weekend.

Het weerbericht is niet geweldig, zelfs met onweer, maar mijn lief denkt de volgende morgen dat het wel mee zal vallen en zo kiezen we weer voor een rit over het platteland. Linksaf dus Alange uit,  met zicht op een staartje stuwmeer.

Langs onbekende en onvoorspelbare wegen rijden we in zuidelijke richting, door de Sierra Moreno met prachtige natuur, langs ontelbare olijfgaarden, We rijden door het stadje Alanis, zien vanuit de verte al enorme rookwolken en even verder giga ketels. ‘

Si’ zegt de garagehouder als hij ruitenvloeistof bijvult, de olijfolie industrie is belangrijk voor Alanis. Met opgefriste voorruit rijden we verder.

 Het landschap verandert, wordt vlakker, de lucht is dreigend.

Het is donderdag 15 februari 2024

Als we de camperplaats in La Puebla de Cazalla oprijden een stadje een kilometer of 50 ten oosten van Sevilla.

Het is een gok. Er kunnen maar 10 campers op deze camperplaats. En, heel bizar, er is een toiletgebouw met douches en toiletten, voor iedere camper een eigen kraan voor drinkwater en een afvoer voor grijs water en, top of the bill, een eigen elektriciteitsvoorziening. Hou je vast, dit alles gratis en voor niets..Bizar. We begrijpen er niets van. Helaas, als we het hele terrein over gereden zijn, blijken we de elfde camper. Of toch niet? Het geluk is met ons. De aardige Spaanse jongeman staat op het punt te vertrekken. We kunnen zijn plaats innemen en staan op deze plek aan het eind van het terrein als Dios in España. O, ja, de enige restrictie is dat je er niet langer dan 72 uur mag staan. Is te doen toch. 

Een beetje gegeneerd maken we gebruik van de voorzieningen. In het verlengde is een prachtige speeltuin aangelegd. Bezijden het terrein staat een ruim voorziene kiosk met terras. Beide worden door lokale inwoners ruim benut. Het is inmiddels schitterend weer, Het zuidelijke Spaanse leven begint rond half acht ‘s avonds, kinderen vermaken zich in de speeltuin.

De lieflijke kerktoren waar we vanaf de laaggelegen camperplaats naar opkijken laat ons Ieder half uur weten we hoe laat het is. (Gefotografeerd van het het stadje en sterk ingezoomd)

Een stralende dag lacht ons tegemoet. We blijven het grootste deel van de volgende dag van de zon genieten, heerlijk! We zitten uit het zicht van ‘de meute’ onderuitgezakt naast onze sprinter. Opeens verschijnt er een oude mercedes in het legergroen naast ons op de plek die geen plek is….

Een Duitse moeder en jong volwassen dochter stappen uit. ‘Geen nood’ zegt de moeder, ‘we komen alleen maar even douchen’. Aardige mensen, bijzonder ook, want een huis hebben ze niet meer…reizen van hot naar her in hun primitief ingerichte, bijna antieke camper. Enfin, de dames verdwijnen het toiletgebouw in en komen opgefrist en met opgeladen telefoons weer terug. We praten nog even en dan nemen ze afscheid, de legerkleurige bus wordt gedraaid en weg zijn ze.

Het zal ons benieuwen hoe lang het nog goed gaat met dit gratis faciliteren. Bij sommige camperplaatsen staat een pot waarin als dank een bedragje (veelal voor water) gedeponeerd kan worden, zulks is hier niet aan de orde.

Aan het eind van de middag lopen we ‘de bult’ op het stadje in. We dwalen door de straten en zien prachtige binnenplaatsen vol planten en bloemen. Zo charmant allemaal en dan dat tegelwerk, het is nieuw en historisch tegelijk. Wel erg gecharmeerd hier ook van tralies…

Al slenterend komen we op het plein voor de prachtige kerk waar we, zoals gezegd, vanaf de camperplaats zicht op hebben. De kerk staat aan la plaza Vieja en daar en staan we oog in oog met Cervantes. Geen idee wat Don Quichot, Sancho Panza, of de windmolens met dit stadje van doen hebben…Niets dus. Cervantes was in zijn tijd, pak ‘m beet 1593, ook een of andere prefect cq onderhandelaar voor een commissie uit Sevilla, betreffende het bevoorraden voor de ’the race of the Indies’ van de royal navy. Voor de Cervantes liefhebbers een link hieronder.

https://www.cervantesvirtual.com/portales/red_ciudades_cervantinas/la_puebla_de_cazalla/

We lopen onder een historische poort door en komen op een aardig, maar niet bijster interessant plein, wel met mooie muurschilderingen die een beeld geven van de rijke historie. 

Eenmaal beneden bij de kiosk naast de camperplaats blijkt de aardige kioskhouder nu slechts nog koffie en fris te serveren, veelal aan de ouders van de in de speeltuin spelende kinderen, soort familieuitjes. De hamburguesa’s serveert hij ‘s middags, nu gaat bijna dicht.

Weet je, je kunt uitstekend bevroren homemade spaghetti in kleine stukjes snijden en breken en zachtjes wokken. Heerlijk gegeten!

Onze naaste Spaanse buur, afkomstig uit Córdoba, maar gezien de stickers op z’n camper zeer bereisd, raadt ons een aantal plekken in het zuiden aan. Gibraltar en ook Tarifa is ons net een brug te ver, maar als hij lyrisch spreekt over de Faro de Trafalgar is dat de tricker. Ik zoek er een camperplaats in de buurt en vind ‘de goeie’, reserveren aanbevolen. Ik bel. Aardige jongeman die in uitstekend Engels zegt dat reserveren alleen via de website kan. Okidoki. Doen we. Het is even een gedoe, maar uiteindelijk boek ik van zaterdag de 17e (morgen) t/m woensdag de 21e op camperpark los Caños de Meca. Binnen de kortste keren zoemt er een reserveringsmail m’n inbox binnen.

Het is zaterdag 17 februari 2024

En we zijn vandaag precies een week ‘on the road’ -op weg- naar weer iets zuidelijker gelegen bestemming.

We starten de reis weer over de binnenwegen die ons door allerlei stadjes voeren met evengoed zeer plattelandse activiteiten.

Ergens onderweg torent een ommuurd bizar protserig paleis boven de weg uit. Uit snel onderzoek blijkt het een paleis van een gast die zichzelf in de jaren 70 ?!?! tot paus gekroond (noem je dat zo?) heeft. Veel meer dan foto’s van een ongekende rijkdom kan ik er niet van vinden.

Wat je al niet meemaakt…Even later worden we toch naar de snelweg geloodst. Met het slechts denkbare wegdek. We hopen dat de boel heel blijft.

De afstand is het ‘m niet. Vroeg in de middag rijden we de camperplaats op. Ontzettend aardig ontvangen door de uitstekend Engels sprekende jongeman. ‘Zoek maar een plek en dan kom je later maar inschrijven’. Zo gezegd zo gedaan! Maar beiden zijn we niet heel erg gecharmeerd van de nogal kleine plekken. We zoeken de voor ons meest aantrekkelijke uit. Het prachtig mooie weer maakt veel goed.

We maken kamp, komen even bij met koffie en gaan aan de wandel. Het strand ligt aan de overkant van de weg, dat maakt nog meer goed. We wandelen een heel eind langs de waterkant, ik ‘proef’ even het water..best te doen…bij een bunker waarin een trap geintegreerd is, (die dingen staan ook overal) stappen we de boulevard op en lopen terug.

Vlak bij de camperplaatsis een ontzettend leuk tentje, het barst hier van de surfers, ook op de camperplaats, dus alles ademt het ‘jonge leven’, ook de bediening hier, maar erg aardig en attent. We doen ons tegoed aan een overheerlijke, iets te grote hap. Watertje erbij.

Uitbuiken doen we op deze toch wel heerlijk gemoedelijke camperplaats. In het ondergaande zonnetje met nog steeds een zeer aangename temperatuur, wit wijntje erbij en leuke aanspraak.

Het leven is zo gek nog niet.

De paar geboekte dagen rijgen zich aaneen met op en langs het strand zitten en wandelen. Ook fietsen we naar de buurtmercado. De eerste keer met gevaar voor eigen leven, maar het went weer snel, het fietsen op de openbare weg. Ook fietsen we naar de vuurtoren, wat niet lukt omdat de weg met een metersdikke laag zand bestoven is. Met langs de weg in het zand een aantal barretjes bemenst door de uitgebreide surfscene. We fietsen maar verder over een letterlijk groen en breed fietpad, maar slaan af naar een onverharde smalle lange hulten en bulten weg, waar kapitale villa’s met uitzicht op zee aan blijken te staan. En dan, aan het eind van de weg waar je je kont niet kan keren, staat ineens een joekel van een (nog niet geopend) strandpaviljoen. Wij blijven ons verbazen. De vuurtoren zien we vanaf hier van de andere kant…

Faro de Trafalgar…(ingezoomd)

Ondanks de wat iele plekken hebben we  deze camperplaats in ons hart gesloten. Met name de jongeman die ons spontaan een bakje borrelnootjes komt brengen. De jongeman, onvermoeibaar aardig, de jongeman die alles runt. En alles is veel. De receptie met uitgebreide inschrijf administratie, douches en toiletten schoonhouden, brood bestellingen opnemen en brood verkopen, ijs verkopen, pizza’s bakken. Noem maar op..Best druk in je eentje…Chapeau!

Bij het afscheid beloof ik hem een stukje op park4night te schrijven.

Na de uitcheck die woensdag rijden we tegen elf uur de weg op. Binnendoor rijden we richting Cádiz. Er zijn een paar hobbels te nemen, want de kust lijkt onder de rook van Cádiz een aaneengeregen stad, maar het gaat prima.  Via een mooi stuk over ‘de dijk’ suizen we zo de stad binnen. Geen rondweg, maar ‘rechtweg’, todo derecho …het valt alles mee. Vlak voor ‘de oude stad’ leidt de Garmin ons naar een grote parkeerplaats. Tegen dagtarief mogen camperaars daar op een speciaal ingerichte plek zelfs de nacht doorbrengen. En die plek heeft een spectaculair uitzicht over een schitterend blauwe zee. Mijn lief is lyrisch…

Het kan verkeren..

We drinken op ons gemak een kop koffie met onze laatste croissant en lopen dan op google’s kompas de stad in. Ik voel mijn lief, ja hoe zal ik het zeggen, van luim veranderen. De verre verten van daarnet zijn veranderd in hele smalle straatjes met hele hoge bebouwing, het heeft z’n charme, want heul oud, maar op mijn zee liefhebber heeft het een negatieve uitwerking, temeer daar we regelmatig bijna van de sokken gereden worden door snelle luidruchtige scooters, het bulkt er hier van. En auto’s.. In bijna ieder supersmal straatje mogen auto’s rijden. Tegen de muur geplakt wachten we dan tot ze ons voorbij zijn. Ik probeer toch wat charme vast te leggen, maar dat is nog verdomd lastig…meer foto’s van Cádiz in Dorpen en Steden 2024

Ons eerste doel is de beroemde kathedraal..Catedral de la Santa Cruz. Het enorme bouwwerk ligt zo goed als aan de zee. Ik had me beter niet op google kunnen verlaten. Achteraf hadden we er (zij het verder lopen) over de boulevard makkelijk kunnen komen …’Stinkstad’ moppert mijn echtvriend, de terrasjes ziet hij gemakshalve over het hoofd.

We gaan de kathedraal bezoeken, niet uit devotie, maar vanwege de oprechte belangstelling van mijn alleskunner voor de bouwkunst van, met name de vele, vele ambachtsmensen die jaren en jaren over de bouw van dit immense gebouw gedaan moeten hebben…

… ‘Zonder waterpas, wel een schietlood, dat hadden ze wel’…

Het monnikenwerk van ‘de sjouwers en stapelaars’ staat in schril contrast met de rijke en kostbare pracht-en praal.

We dwalen een tijd door de immense ruimte, dalen zelfs af in de even enorme crypte..Dat was het wel. We gaan d’r uit. Voor foto’s van dit imposante bouwwerk, klik op Catedral de Santa Cruz de Cádiz.

Met geen mogelijkheid is mijn echtvriend van zins zich weer in de donkere straatjes te begeven. We dwalen naar de oostelijke kant van Cádiz en lopen uiteindelijk over de boulevard langs de mooie parken en de zee in één keer terug naar de camper.

We heben ons besluit genomen. We gaan… Over de schitterende brug die het schiereiland met het ‘echte’ vaste land verbindt verlaten we Cádiz.

Het is woensdag 21 februari 2024

As we tegen zes uur ’s avonds Camper Park Sanlucar de Barrameda oprijden.

Daarover meer in een volgende blog.

Ina & Harmen

Natuur en Landschap 2024

Dorpen en Steden 2024

Catedral de Santa Cruz de Cádiz.

3 gedachten op & ldquo;Leven in Vrijheid

  1. Wat heerlijk voor jullie Ina en Harm.
    On the road again!
    Ons regenachtige koude kikkerlandje verlaten op zoek naar de zon, jezelf verwonderen in de mooie stadjes liggend in prachtige natuur.
    Na de lange rit om daar te komen.
    Dus geniet volop! Hoop dat alles naar wens mag gaan, en in goede gezondheid.
    Wij gaan met Joop zijn verjaardag naar de Hoge Berg Landgoed Eikebossie een lang weekend op jullie eiland.
    Ook lekker genieten!
    We gaan jullie volgen
    Dikke knuffel uit Schagerbrug‍♀️

  2. Ha die reizigers. De kop is eraf en het lijkt er verdacht veel op dat het zwaarste traject achter de rug is. Terwijl jullie ons op een paar honderd kilometer oostelijk passeerden regende het ook hier vrijwel dag en nacht op irritante manier. Soms werd je gedwongen te stoppen omdat de ruitenwissers het niet trokken. De lente is hier begonnen en de rest komt vanzelf.
    Leuk om aan het enthousiasme te merken dat je regelmatig momenten van herkenning hebt. “Daar stonden we vorig jaar ook schuilend onder een overhangende muur” of “links achteraan is een leuke sta-plaats” weet je van twee jaar terug. Een soort van thuiskomen. Geniet van het verse Iberische fruit en pak de vitamines van de -npg aarzelende- voorjaarszon. Hit the road guys!.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *